Interview met Geert Gijs. De ontslagnemend secretaris van de SP-Lier

Op 2 februari 2001

Een van de mensen die na de verkiezingen uit de boot is gevallen en geen mandaat heeft kunnen bemachtigen, is Geert Gijs. Hij vecht al heel wat jaren voor vernieuwing. Maar tot op heden heeft hij daar persoonlijk maar weinig succes mee geboekt. Al wist hij bij de eerst bestuursvergadering -goed zeven jaar geleden - al meteen wat hem te wachten stond.
"Bakkes houden" was de niet mis te verstane boodschap. Maar Geert wou vernieuwen en bleef doorduwen. AI heeft hij daarbij al flink wat (figuurlijke) klappen moeten incasseren.

Geen eerste plaats op de Lierse SP-lijst, geen zitje in de OCMW-raad en uit onvrede opgestapt als secretaris van de Lierse SP-afdeling. Het was ook voor Geert Gijs net iets te veel. Hij lag enkele weken uitgeteld in de touwen. Maar de vechtlust heeft opnieuw de bovenhand gehaald. En er valt ook nergens een vleugje rancune te bespeuren. De vernieuwer klinkt weer even enthousiast als vanouds. "Ik ben nog maar 38, time is on my side, de verkiezingscampagne voor 2006 is nu al begonnen." Hij benadrukt steeds dat hij respect heeft voor de oude garde. dat het nooit de bedoeling was dat de boel zou ontploffen. Maar toch. Dat hij met Boudewijn Peeters, voorzitter van de Lierse SP, ooit nog een gezellige pint gaat drinken of met hem op vakantie trekt naar zon en zee lijkt ons niet echt tot de mogelijkheden te behoren.

Hoe evalueer je de verkiezingen voor uw partij?Ik vind de verkiezingen voor de SP een succes. zeker als je de stormen bekijkt die de partij moest trotseren. Ook nationaal. We hebben onze drie zetels in de raad kunnen behouden. En het zijn nieuwe gezichten met Annemie Schuermans, Ismaël Tafforeau en Freddy Callaerts. Je hoopt tijdens de campagne altijd op iets meer. dat lijkt me logisch. Maar als je het realistisch bekijkt. is het behoudt van de drie zetels al mooi. AI hoeven we zeker geen victorie te kraaien. Ik vind dat het onze plicht is om zeker niet minder te halen. Volgende keer kunnen we misschien streven naar iets meer, maar dan moeten we het beter aanpakken. En dan heb ik het niet alleen over de manier waarop we campagne voeren, ook -en vooral - over de inhoud.Over inhoud gesproken, veel verschil met het programma van Agalev zie ik niet. Was er geen samenwerking a la SPA (SP-Agalev) in Hasselt mogelijk? Achteraf bekeken zouden jullie met vijf zetels toch meer in de pap te brokken hebben?

Persoonlijk vind ik dat Je 100 procent gelijk hebt. Ik zeg ja. Zeker met mijn visie van het socialisme. Maar ik ben natuurlijk de partij niet. Ik vond bijvoorbeeld dat wij onze twee extra stemmen In de OCMW raad aan Agalev moesten geven. Wij hebben er 18, maar hadden er maar 16 nodig. Zij hadden er nog nodig om een vol mandaat bij te krijgen. Het versterkt trouwens de democratische oppositie binnen het OCMW. Ik heb er onmiddellijk voor gepleit die twee stemmen aan Agalev te geven, maar ons nieuw raadslid wil die stemmen allemaal voor zich houden. Dat is het socialisme van de oude stempel. Waarom zouden wij twee stemmen zomaar weggooien. Ik ben voor recyclage en vond het niet meer dan logisch dat we ze allebei door Agalev lieten gebruiken. Inhoudelijk leunen zij ook heel nauw aan bij onze visie. Er zijn uiteraard verschillen. maar ik zie toch heel veel gelijkenissen,Voor de verkiezingen zij je "het zal nieuw zijn, of het zal niet zijn". Dat is duidelijk niet helemaal gelukt. Wat vond je van je persoonlijk resultaat?

Ik stond op de vijfde plaats en heb 136 voorkeurstemmen gekregen. Ik vond dat niet slecht, al had ikzelf natuurlijk liever meer gezien.Je bent wel niet echt een bekende Lierenaar .
Ik heb ook niet echt een doorgedreven persoonlijk gerichte campagne gevoerd. Ik heb geen enkele brief of kaartje verstuurd, heb ook niemand persoonlijk benaderd. Ik vond dat ten eerste niet nodig voor iemand die pas op de vijfde plaats staat. Maar ik wou daar ook het groepsidee aan vastkoppelen. We moesten als een team naar buiten treden, niet als losse individuen.Logische vraag. Waarom stond Geert Gijs, SP kabinetsmedewerker in Brussel en motor van de rode vernieuwing, in Lier pas op de vijfde plaats?

Omdat ik geslachtofferd ben door de oude generatie. Ik ben inderdaad de grote motor van de vernieuwing, tot ongenoegen van enkelen in de partij. Had ik niet flink op tafel geklopt, stond vorig jaar heel de oude garde terug vooraan op de lijst. Boudewijn Peeters vond het evident dat hij de lijsttrekker was. En als hij niet eerst stond, kon ik zeker niet eerst staan. Toch heb ik binnen en buiten de partij, ook van de al wat oudere leden, heel vaak de opmerking gehoord dat het logisch zou zijn dat ik de eerste plaats kreeg. Maar ja, het heeft niet mogen zijn.Da's toch moeilijk te begrijpen. Nationaal wil de SP, onder impuls van voorzitter Patrick Janssens, vernieuwen. Waarom kan in Lier niet wat elders wel mogelijk is?

Het is niet omdat ik als secretaris gewerkt heb voor Jan Peeters (voormalig SP-staatssecretaris) en nu verbonden ben aan het kabinet van minister Vande Lanotte, dat ik de vernieuwing in Lier er zomaar kan doordrukken. Zo werkt het niet en ik wil van mijn positie ook geen misbruik maken. Ik heb de nationale kopstukken nooit gevraagd om in Lier eens stevig tussenbeide te komen. Da's mijn stijl niet.Ze hadden wel uw vernieuwingsproject openlijk en nadrukkelijk kunnen steunen.

In de loop van het voorbije jaar is dat wel gebeurd. Inhoudelijk nebben we met Patrick Janssens en Jan Peeters toch een aantal dingen inhoudelijk kunnen bespreken Een deel van de Lierse afdeling wilde de weg naar de vernieuwing inslaan. Een arl0erdeel niet. Het was In de eerste plaats mijn bekommernis om de boel niet te laten ontploffen. Want laten we wel wezen, ik heb respect voor de oude garde. Ik ben het niet altijd eens met de stijl en de inhoud waar Boudewijn Peeters voor staat, maar de man heeft ook zijn verdienste. Ook Herman Peeters was zeker iemand die dossier-technisch de zaken altijd goed behartigd heeft. Maar na 18 jaar schepenambt was hij misschien iets te technocratisch geworden. Daar moeten we ons ook In de toekomst voor hoeden. Na twaalf jaar zet je best een stapje opzij. Dan is het tijd voor verfrissende ideeën.

Los daarvan mag ik toch wel zeggen dat er vanuit de SP in Brussel altijd aandacht IS geweest voor Lier. Als ik in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen Iemand van de partijtop ontmoette, werd er altijd gevraagd of de Lierse lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen wel voldoende vernieuwend was. Maar binnen de structuur van de SP IS er natuurlijk ook de lokale autonomie van de afdeling. En daar heb Je natuurlijk te maken met het 'demente autobussensocialisme' waarbij bompa's van 80 thuis worden opgehaald om te komen stemmen op de algemene vergadering. Ik wil van die praktijken af.

Zo werkt volgens mij het socialisme niet. Ik wist dat dit kon gebeuren. maar ik zal er mijn principes nooit voor verloochenen. Ik heb dit trouwens nooit gedaan, ook niet toen ik tijdens de eerste jaren als jonge gast mijn mond opentrok. Zo maakte ik mee dat ik tijdens een vergadering werd toegesnauwd: "Gij zijt ne snotneus. Als ge uw bakkes opentrekt, sla ik erop! " Enkel en alleen omdat hetgeen Ik zei niet in hun Kraam paste. Die cultuur is niet aan mij besteed. Toen al wist ik dat de vernieuwing een werk van lange adem zou worden. Voor een stuk zijn we al geslaagd. maar het proces is bijlange nog niet afgelopen.Als je terugkijkt op de voorbije zes jaar. had je dan niet veel harder aan de vernieuwingskar moeten trekken? Of is Geert Gijs misschien toch iets te zacht?

Ik ben het daar niet mee eens. Ik heb altijd gestreefd naar wat gezamenlijk, als groep, haalbaar was. Je hebt 'oud' en 'nieuw' in een partij samen nodig. Ik wou mij ook niet in een positie laten drummen, waardoor ik schatplichtig zou worden aan enkele mensen en nadien hand en spandiensten zou moeten verlenen. We moeten een visie ontwikkelen en een beleid voeren. Niet geven om later iets terug te krijgen. Das een 'bollenwinkel' en zo was het vroeger.Je was kandidaat voor een zetel in de OCMW-raad. De SP-leden kozen voor Julien Blomme. Ik ken die man eerlijk gezegd niet.

(zucht) Dat is alweer een man die uit zijn zetel is geplukt. Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik een plaats in de OCMW-raad ambieerde. Ik denk, in alle eerlijkheid, dat ik daar ook mooi werk had kunnen leveren, niet alleen voor mij, ook voor Lier. Ik had er ook zin in omdat ik weet dat je er echt zinnige dingen kan doen. Het sluit ook aan bij mijn werkzaamheden op het kabinet van Maatschappelijke Integratie, waar we voor een gedeelte bevoegd zijn voor het OCMW. Kort na de '--verkiezingen was ik nog altijd de kandidaat voor het OCMW, zeker bij de mensen die tijdens de campagne heel actief zijn geweest.

Maar dan kwam weer die naijver van een oude clan, die alle oude leden opnieuw zijn gaan ophalen om te komen stemmen.Democratisch valt daar niets op af te dingen.
Dat is waar. De procedure is correct gevolgd. De SP-leden mogen stemmen wie er gaat zetelen in de OCMW-raad. Maar als dat het soort democratie is waarmee we het socialisme gaan rechthouden of inhoudelijk deftig werk mee gaan leveren, dan heb ik daar toch mijn twijfels over. Wie zich daar mee bezighoudt, toont duidelijk aan dat de waarde en de inhoud van het beleid van ondergeschikt belang is. Ik had mij er nog mee kunnen verzoenen als er iemand naar het OCMW werd gestuurd die op 8 oktober van de kiezers meer stemmen had gekregen. Maar Julien Blomme heeft er 48! Hilde Van Hove stond tweede op de lijst, Karin Heremans derde. Zij hebben zich wel ingezet tijdens de campagne en ook inhoudelijk goed werk geleverd. Maar neen. Kijk, het gaat fundamenteel over een verschillende opvatting: voor de oude garde ben je pas een echte socialist als je ofwel in een fabriek geboren bent, of er nog altijd werkt. Dat is vooral erg voor het socialisme.Werkt dat niet ontmoedigend voor jouw?

Ik heb er inderdaad al veel tijd ingestopt. En voor buitenstaanders lijkt het er op dat ik nog niet echt veel heb bereikt. Maar dat is niet helemaal waar. Vergeet niet, ik ben nog maar 38, time is on my side. En laat ik duidelijk zijn. Ondanks alles heb ik geen rancune tegenover die mensen. Wat de ouderen in de partij nu tonen is voor mij eerder een teken van onmacht. Als je het op die manier moet kunnen waarmaken, waar ben je dan mee bezig? Want ik herhaal het: inhoudelijk, voor de Lierenaars en zelfs de Hooiktenaars, doet men op deze manier helemaal niets. Welke meerwaarde geef je als partij als je 'een hond met een hoed' naar de OCMW-raad stuurt? Daar berokken je de partij en de stad alleen maar schade mee.

Conclusie. Ondanks alles blijft de oude garde achter de schermen toch nog zes jaar de lakens uitdelen?

Hangt er vanaf wat je bedoelt met "de lakens uitdelen". Gaat dat over de verdeling van de 'postjes' of gaat dat over de inhoud van het beleid waarmee je wil besturen? Voor mij is het belangrijk om mee te kunnen bepalen hoe de stad ontwikkelt en leeft. Het mandaat op zich is niet belangrijk en dat hebben bepaalde mensen blijkbaar niet door. De trein van de vernieuwing is voor mij al zes of zeven jaar geleden vertrokken en ook de komende zes jaar zal ik er mee voor zorgen dat die vernieuwingsbeweging niet stopt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is