Licht aan, licht uit: Liers schepencollege tast in het duister over veiligheidsbeleid

Op 30 maart besloot het Lierse schepencollege om de toegang tot de stedelijke Sportvelden te verbieden tussen 22u en 9u ‘s morgens. Aanleiding hiertoe was een golf vandalenstreken en andere nachtelijke overlast op deze terreinen. Veel zoden zette deze maatregel echter nog niet aan de dijk. Bewoners van het Begijnhof stelden de voorbije maanden vast dat de overlast onverminderd doorging, met het ’s nachts bekladden van hun huizen als dieptepunt. De reden van het mislukken van het toegangsverbod is volgens de buurtbewoners simpel: de Sportvelden blijven na zonsondergang nog helemaal verlicht, ook na het invoeren van het toegangsverbod. Dat zorgt voor veel verwarring, omdat zo de foute indruk wordt gewekt dat het terrein nog steeds toegankelijk is.

Gemeenteraadslid Rik Verwaest (N-VA) vroeg het stadsbestuur waarom de stad een terrein waar na zonsondergang de toegang verboden was toch bleef verlichten. Hun antwoord was het volgende:

“De belangrijkste reden om de Sportvelden nog steeds verlichten na 22u is de betere sociale controle en het makkelijker toezicht houden door de lokale politie. Door de verlichting worden (ongewenste) bezoekers immers makkelijker opgemerkt. Daarnaast draagt de verlichting ook bij tot een verhoogd veiligheidsgevoel in de omgeving.”

Openbare verlichting zorgt dus voor meer veiligheid, zo vond althans het stadsbestuur. Bij N-VA Lier ging echter een lampje branden. Enkele weken eerder had gemeenteraadslid Frank Boogaerts (N-VA) nog de situatie op het pleintje “Den Oever” aangekaart. Hier hebben heel wat buurtbewoners hun garageboxen staan, terwijl het een doorgang is tussen verschillende straten. Op vraag van heel wat buurtbewoners vroeg gemeenteraadslid Boogaerts of de openbare verlichting die hier zeer schaars brandt versterkt kon worden. Hij kreeg nul op het rekest, met een wel erg opmerkelijke argumentatie van het schepencollege:

“Door het plaatsen van meer verlichting zijn er meer jongeren die ’s avonds en ’s nachts rondhangen op het speelplein. Op andere speelpleinen hanteert de jeugddienst het principe om er ’s avonds en ’s nachts geen verlichting aan te brengen omdat anders jongeren hier nog in de late uren komen en voor overlast kunnen zorgen.”

Wie kan hier nog aan uit? Op de Sportvelden blijven de lichten aan om overlast te voorkomen, op Den Oever moeten de lichten uit… om overlast te voorkomen! Op de Sportvelden zorgt verlichting voor controle, maar op Den Oever trekt het dan weer ongewenste gasten aan? Vindt het schepencollege de verlichting van (speel)pleintjes nu veilig of juist onveilig? Hier past maar één conclusie: wat haar veiligheidsbeleid betreft tast het Lierse stadsbestuur letterlijk en figuurlijk in het duister.